Zelfbeheersing – Discipline – Hoffelijkheid
Taekwondo is een sport waarbij veel wordt getraind op het technisch correct uitvoeren van diverse stoot- en traptechnieken. Belangrijke training daarbij is bijvoorbeeld het evenwichtsgevoel, door de vele traptechnieken in deze sport, sta je regelmatig op een been. De basistechnieken, zoals hand- en voetstanden, leer je als eerste. In een latere fase van het trainingsproces wordt aandacht besteed aan mentale training, souplesse, snelheid en kracht. Dan ontstaan de zeer gecontroleerde hoge bewegingen die voor Taekwondo zo kenmerkend zijn. Belangrijk is dat de lichamelijke conditie gelijke trend houdt met de vooruitgang in de technieken. Taekwondo is dan ook een inspannende ontspanning. Een beschaafde sport waarin je op een positieve manier je energie kwijt kunt. Zelfbeheersing, discipline en hoffelijkheid, drie kenmerken van Taekwondo die tegelijkertijd het verschil aanduiden tussen sporter en vechter.
De eerste vier onderdelen worden vaak gerangschikt onder het begrip “traditioneel Taekwondo”. Het vijfde onderdeel, sparring, is het wedstrijdtaekwondo. Iedereen kan zich binnen zijn eigen mogelijkheden bekwamen in deze verschillende technieken. Afhankelijk van het niveau dat men wil bereiken zal de training aangepast moeten worden.
· STIJLFIGUREN
Een soort van schijngevecht tegen een denkbeeldige tegenstander, waarbij in een vast patroon aanvals- en verdedigingstechnieken worden uitgevoerd.
· STAPSPARRING
Een partneroefening, waarbij de 1 aanvalt en de ander verdedigt.
· ZELFVERDEDIGING
Het zich verdedigen tegen o.a. stok- en mesaanvallen, tegen alle vormen van vastpakken, verwurgen en klemmen.
· BREEKTESTEN
Het met een bepaalde techniek breken van voorwerpen. Dit spectaculaire onderdeel is geen doel op zich, maar een test of de techniek goed beheerst wordt.
· SPARRING
Een vrij gevecht tussen twee partners, waarbij het geenszins gaat om een knock-out, maar om het aantal punten, dat binnen een bepaalde tijd gescoord kan worden.